Vaccinaties worden veel gegeven. In vaccins zitten veel stoffen die het lichaam soms moeilijk kan verwerken. Denk aan zware metalen, cellen van dieren, vulstoffen e.d. Allemaal lichaamsvreemde stoffen die een reactie teweeg kunnen brengen bij volwassenen en kinderen. Vanuit deze stoffen kan er schade ontstaan; dit wordt vaccinatieschade genoemd. Klachten die hieruit kunnen voortkomen zijn: moeheid, verandering gedrag, slecht slapen of chronische klachten (bijv. astma).
Merk je dat je kind zich anders gedraagt na een vaccinatie dan kan eventuele vaccinatieschade behandeld worden door ontstoringskorrels. Deze doen niets met de vaccinatiestof zelf, maar helpen het lichaam om de stoffen die het niet kan verwerken te neutraliseren. Het lichaam krijgt hierdoor de mogelijkheid eventuele schade weer te herstellen. In Nederland worden baby's vanaf zeven tot acht weken voor het eerst ingeënt. Wil je meedoen met het RijksVaccinatieSchema, maar voorkomen dat je kind last kan krijgen van de vulstoffen en andere cellen die erin verwerkt zitten? Er kan dan een paar dagen voorafgaand aan de vaccinatie een ontstoringskorrel worden gegeven en vervolgens tijdens de vaccinatie en de dagen erna. Dit helpt de schadelijke stoffen te neutraliseren en het immuunsysteem de opdracht te geven om iets te doen met het vaccin dat wordt ingespoten.
Meer informatie over vaccinaties kunt u ook vinden via de Nederlandse Vereniging Kritisch prikken, www. http://nvkp.nl/